Het beleid zal uiteindelijk bestaan uit: betere operationele samenwerking op het gebied van rechtshandhaving; betere politieke samenwerking en coördinatie tussen lidstaten; politieke en gerechtelijke samenwerking met derde landen; bewustmaking; opleiding; onderzoek; versterking van de dialoog met de industrie en eventueel wetgevende acties.
Sie wird sich auf folgende Aspekte beziehen: Verbesserung der operativen Zusammenarbeit bei der Strafverfolgung, Verbesserung der politischen Zusammenarbeit und Koordinierung zwischen den Mitgliedstaaten, politische und rechtliche Zusammenarbeit mit Drittländern, Sensibilisierung, Schulungsmaßnahmen, Forschung, Verstärkung des Dialogs mit der Wirtschaft und mögliche Legislativmaßnahmen.
