Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Artikelen herschrijven
Artikelen lezen
Artikels herschrijven
Artikels lezen
Huishoudelijk artikel
Niet-duurzame goederen
Onjuiste rechtsopvatting
Onjuiste toepassing van het recht
Vaatwerk
Verkeerde rechtsopvatting
Vervangbaar artikel
Wegwerpartikel

Traduction de «rechtsopvatting door artikel » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
onjuiste rechtsopvatting | onjuiste toepassing van het recht | verkeerde rechtsopvatting

fehlerhafte Rechtsanwendung


Protocol inzake artikel 17 (ex artikel J.7) van het Verdrag betreffende de Europese Unie | Protocol inzake artikel 42 van het Verdrag betreffende de Europese Unie

Protokoll zu Artikel 17 des Vertrags über die Europäische Union | Protokoll zu Artikel 42 des Vertrags über die Europäische Union


Protocol ad artikel 141 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap | Protocol ad artikel 157 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Protokoll zu Artikel 141 des Vertrags zur Gründung der Europäischen Gemeinschaft | Protokoll zu Artikel 157 des Vertrags über die Arbeitsweise der Europäischen Union


huishoudelijk artikel [ vaatwerk ]

Haushaltsartikel [ Geschirr ]


artikelen herschrijven | artikels herschrijven

Artikel umschreiben


niet-duurzame goederen [ vervangbaar artikel | wegwerpartikel ]

kurzlebiges Gebrauchsgut [ fungibles Gut | Wegwerfartikel ]


TRADUCTIONS EN CONTEXTE
Het gerecht heeft dan ook geoordeeld dat de Commissie blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting, en artikel 107 VWEU heeft geschonden.

Das Gericht vertrat folglich die Ansicht, dass die Kommission einen Rechtsfehler begangen und Artikel 107 AEUV verletzt habe.


Het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door artikel 107, lid 1, VWEU en in het bijzonder het daarin besloten liggende begrip selectieve staatssteun onjuist uit te leggen.

Das Gericht habe einen Rechtsfehler begangen, indem es Art. 107 Abs. 1 AEUV und insbesondere den Begriff der Selektivität von staatlichen Beihilfen, den dieser Artikel enthalte, falsch ausgelegt habe.


Als eerste grief voert rekwirante aan dat het Gerecht blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door artikel 81 EG (thans artikel 101 VWEU) in strijd met het in artikel 49, lid 1, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: „Handvest”) verankerde legaliteitsbeginsel (nullum crimen sine lege en nulla poena sine lege) zo extensief uit te leggen dat de in een rechtsstaat vereiste mate van bepaaldheid en voorzienbaarheid van de bestanddelen van het strafbare feit van artikel 81 EG in het onderhavige geval niet voorhanden is.

Mit dem ersten Rechtsmittelgrund rügt die Rechtsmittelführerin, dass das Gericht dadurch einen Rechtsfehler begangen habe, dass es Art. 81 EG (jetzt: Art. 101 AEUV) unter Verstoß gegen den in Art. 49 Abs. 1 der Charta der Grundrechte der Europäischen Union (Grundrechtecharta, „GRC“) verankerten Gesetzmäßigkeits- grundsatz (nullum crimen sine lege und nulla poena sine lege) derart extensiv ausgelegt habe, dass das rechtsstaatlich geforderte Maß an Bestimmtheit und Vorhersehbarkeit des Tatbestandes von Art. 81 EG im vorliegenden Fall nicht mehr gegeben sei.


Met hun vierde middel, dat subsidiair wordt aangevoerd voor het geval wordt geoordeeld dat een beroep op artikel 291, lid 2, VWEU als grondslag voor de vaststelling van individuele beperkende maatregelen juridisch mogelijk is in het kader van een beleid van vaststelling van beperkende maatregelen dat op artikel 215 VWEU is gebaseerd, voeren rekwirantes aan dat het Gerecht blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door in punt 87 van zijn arrest te oordelen dat artikel 46, lid 2, van verordening nr. 267/ ...[+++]

Mit dem vierten Rechtsmittelgrund, der hilfsweise für den Fall geltend gemacht wird, dass der Rückgriff auf Art. 291 Abs. 2 AEUV als Grundlage für den Erlass individueller restriktiver Maßnahmen im Rahmen einer Politik des Erlasses auf Art. 215 AEUV gestützter restriktiver Maßnahmen als rechtlich möglich angesehen werde, tragen die Rechtsmittelführerinnen vor, dass das Gericht einen Rechtsfehler begangen habe, als es in Rn. 87 des Urteils entschieden habe, dass Art. 46 Abs. 2 der Verordnung Nr. 267/2012 „dem Rat die Befugnis zur Durchführung der Bestimmungen ihres Art. 23 Abs. 2 und 3 . vorbehält“, und dies für die Erfüllung der Begründu ...[+++]


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door artikel 4, lid 2, derde streepje, van verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (1) (hierna: „transparantieverordening”) aldus uit te leggen dat alle documenten betreffende een aanhangige niet-nakomingsprocedure als categorie documenten zodanige bescherming genieten dat het orgaan de toegang tot alle documenten in het dossier van de niet-nakomingsprocedure kan weigeren op basis van het algemeen vermoeden dat de openbaarmaking v ...[+++]

Das Gericht habe einen Rechtsfehler begangen, als es Art. 4 Abs. 2 dritter Gedankenstrich der Verordnung (EG) Nr. 1049/2001 über den Zugang der Öffentlichkeit zu Dokumenten des Europäischen Parlaments, des Rates und der Kommission (1) (im Folgenden: Transparenzverordnung) dahin ausgelegt habe, dass sämtliche zu einem anhängigen Vertragsverletzungsverfahren gehörenden Dokumente als Dokumentenklasse so geschützt würden, dass das Organ den Zugang zu sämtlichen in der Akte des Vertragsverletzungsverfahrens enthaltenen Dokumenten auf der Basis der allgemeinen Vermutung verweigern könne, dass durch die Verbreitung solcher Dokumente a priori de ...[+++]


Zij geeft te kennen dat aangezien volgens de rechtspraak enkel een vermogen om de herkomst van het product te onderscheiden volstaat om toepassing van de weigeringsgrond bedoeld in artikel 7, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 achterwege te laten en dat, gelet op het feit dat deze merken een minimum aan onderscheidend vermogen bezaten, hetgeen het Gerecht heeft erkend door deze als origineel te kwalificeren, dit laatste blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting ...[+++]

Da nach der Rechtsprechung bereits eine Eignung zur Kennzeichnung der Produktherkunft genüge, um das Eintragungshindernis des Art. 7 Abs. 1 Buchst. b der Verordnung Nr. 40/94 entfallen zu lassen, und in Anbetracht des Umstands, dass die Marken eine minimale Unterscheidungskraft aufwiesen, was vom Gericht mit ihrer Einstufung als eigentümlich eingeräumt worden sei, stelle es einen Rechtsfehler dar, dass das Gericht ihnen unter Verstoß gegen diese Bestimmung eine Unterscheidungskraft abgesprochen habe, obgleich die Voraussetzungen für den Schutz erfüllt gewesen seien.


Bijgevolg heeft het Gerecht geen blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting met betrekking tot artikel 7, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 en de relevante rechtspraak van het Hof door te oordelen dat de aangevraagde merken elk onderscheidend vermogen missen in de zin van deze bepaling.

Infolgedessen hat das Gericht mit der Feststellung, dass die angemeldeten Marken keine Unterscheidungskraft im Sinne von Artikel 7 Absatz 1 Buchstabe b der Verordnung Nr. 40/94 besäßen, keinen Rechtsfehler im Hinblick auf diese Bestimmung und die einschlägige Rechtsprechung des Gerichtshofes begangen.


Ter ondersteuning van haar hogere voorzieningen voert Procter Gamble aan dat het Gerecht blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting bij de uitlegging van artikel 7, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94.

Procter Gamble macht zur Begründung ihrer Rechtsmittel geltend, dass das Gericht Artikel 7 Absatz 1 Buchstabe b der Verordnung Nr. 40/94 rechtsfehlerhaft ausgelegt habe.


Dienaangaande blijkt uit de motivering van de bestreden arresten dat het Gerecht bij de uitlegging van artikel 7, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 geen blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting.

Aus der Begründung der angefochtenen Urteile ergibt sich, dass das Gericht Artikel 7 Absatz 1 Buchstabe b der Verordnung Nr. 40/94 nicht rechtsfehlerhaft ausgelegt hat.


Het BHIM is van mening dat het Gerecht in de bestreden arresten niet van een onjuiste rechtsopvatting blijk heeft gegeven bij de uitlegging en toepassing van artikel 7, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94.

Das HABM ist der Ansicht, dass das Gericht Artikel 7 Absatz 1 Buchstabe b der Verordnung Nr. 40/94 in den angefochtenen Urteilen nicht rechtsfehlerhaft ausgelegt und angewendet habe. Zur ersten Rüge des Rechtsmittelgrunds bezüglich der Unterscheidungskraft einer Marke Vorbringen der Parteien




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'rechtsopvatting door artikel' ->

Date index: 2022-12-30
w