In de Zaak Duitsland/Commissie poneerde het Hof dat het feit dat het onrechtstreekse voordeel terug te voeren is op autonome beslissingen van de rechtstreeks begunstigden, niet belet dat er een verband bestaat tussen de maatregel en het onrechtstreekse voordeel dat voortvloeit uit de door de maatregel veroorzaakte wijziging van de marktvoorwaarden (65).
In der Rechtssache Deutschland/Kommission vertrat der Gerichtshof den Standpunkt, dass die Tatsache, dass der mittelbare Vorteil auf autonome Entscheidungen der direkt Begünstigten zurückzuführen sei, den Zusammenhang zwischen der Maßnahme und dem gewährten mittelbaren Vorteil nicht entfallen ließe, der sich aus der durch die Maßnahme hervorgerufenen Änderung der Marktbedingungen ergebe (65).