2. Wanneer voor een bedrijf het bepaalde in lid 1 geldt, verbiedt de bevoegde autoriteit dat de dieren buiten het bedrijf worden gebracht, tenzij wanneer ze onder officieel toezicht rechtstreeks naar een slachthuis worden vervoerd om onverwijld te worden geslacht, en dit gedurende een periode van respectievelijk 15 dagen voor de in lid 1, onder a) en b), bedoelde bedrijven en van 21 dagen voor de in lid 1, onder c), bedoelde bedrijven.
(2) Wurde auf einen Betrieb Absatz 1 angewandt, so untersagt die zuständige Behörde bei den Betrieben nach Absatz 1 Buchstaben a) und b) für die Dauer von 15 Tagen und bei den Betrieben nach Absatz 1 Buchstabe c) für die Dauer von 21 Tagen die Entfernung von Tieren aus dem Betrieb, es sei denn, sie werden zur unverzueglichen Schlachtung in einen unter amtlicher Aufsicht stehenden Schlachtbetrieb verbracht.