Het Hof wordt door de verwijzende rechter ondervraagd over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van de artikelen 700 en 861 van het Gerechtelijk Wetboek, in die zin geï
nterpreteerd dat de rechtsvordering die personen bij verzoekschrift instellen in een geval waarbij de wet die vorm van rechtsingang niet uitdrukkelijk toestaat, onontvankelijk is, zelfs indien de onregelmatigheid de verwerende partij geenszins heeft benadeeld, terwijl de vordering die personen instellen door middel van een dagvaarding die door een vormgebrek is aangetast, alleen dan onontvankelijk wordt verklaard indien de onregelmatigheid de bela
...[+++]ngen schaadt van de partij die deze opwerpt.Der vorlegende Richter fragt den Hof, ob die Artikel 700 und 861 des Gerichtsgesetzbuches, ausgelegt in dem Sinne,
dass die Klage von Personen, die durch einen Antrag eingeleitet werde, in dem
Fall, wo das Gesetz diese Weise der Einleitung des Verfahrens nicht ausdrücklich erlaube, für unzulässig erklärt werde, selbst wenn die Regelwidrigkeit der beklagten Partei keinerlei Schaden zugefügt habe, während die Klage von Personen, die durch eine mit einem Formfehler behaftete Ladung eingeleitet werde, nur für unzulässig erklärt werde, wen
...[+++]n die Regelwidrigkeit die Interessen der Partei, die sie geltend mache, beeinträchtige, mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar seien.