De bevoegde instantie stelt in overleg met de andere betrokken autoriteiten – in voorkomend geval in overeenstemming met het nationaal recht, en zonder afbreuk te doen aan de overeenkomstig artikel 11 vastgestelde termijnen, voor elk afzonderlijk geval een redelijke termijn vast waarbinnen de afzonderlijke besluiten moeten worden getroffen.
Die zuständige Behörde kann – gegebenenfalls im Einklang mit den nationalen Rechtsvorschriften und unbeschadet der nach Artikel 11 festgelegten Fristen – in Absprache mit den anderen betroffenen Behörden im Einzelfall eine angemessene Frist für die Einzelentscheidungen festlegen.