17. neemt kennis van advies nr. 5/1999 van de Rekenkamer over de aanvullende pensioenregeling en het pensioenfonds voor de leden, waarin zij de redelijke verzekering geeft dat de rekeningen van de regeling betrouwbaar zijn; verzoekt het College van Quaestoren en het Bureau haar aanbevelingen op te volgen om een scheiding te waarborgen tussen het beheer van het fonds en dat van de administratie van het Parlement;
17. nimmt die Stellungnahme des Rechnungshofes Nr. 5/1999 zum Zusätzlichen Altersversorgungssystem der Mitglieder zur Kenntnis, in der die Berechnungen für dieses System als realistisch eingeschätzt werden; fordert das Kollegium der Quästoren und das Präsidium auf, dahingehend auf diese Empfehlungen zu reagieren, daß die Verwaltung des Fonds von der Parlamentsverwaltung getrennt wird;