17. Elke lidstaat waarop lid 16 van toepassing is, eist dat reders van schepen die onder zijn vlag varen en selectie- en wervingsdiensten voor zeevarenden gebruiken die gevestigd zijn in landen of gebieden waar het Verdrag betreffende maritieme arbeid van 2006 niet van toepassing is, in de mate van het mogelijke ervoor zorgen dat die diensten voldoen aan de in leden 7 tot 18 vermelde vereisten.
17. Jeder Mitgliedstaat, für den Absatz 16 gilt, verpflichtet Reeder von Schiffen unter seiner Flagge, die Anwerbungs- und Arbeitsvermittlungsdienste für Seeleute mit Sitz in Ländern oder Gebieten nutzen, in denen das Seearbeitsübereinkommen 2006 keine Anwendung findet, soweit wie möglich sicherzustellen, dass diese Dienste den Anforderungen der Absätze 7 bis 18 entsprechen.