Deze reeksen maatregelen geschieden onder normale werkingsomstandigheden, dwz bij een minimale temperatuur van 60 °C (thermometer van de verwarmingskap) in een gesloten stookruimte, en, indien nodig, met de geïnstalleerde brander- of beschermingskap.
Diese Messreihen werden unter normalen Betriebsbedingungen vorgenommen, d. h. bei normaler Betriebstemperatur zwischen 60°C und 80°C (Heizkesselthermometer) in einem geschlossenen Heizlokal und, falls zutreffend, mit angebauter Brenner- oder Schutzhaube.