22. betreurt dat het niet mogelijk was een duidelijke referentie op te nemen naar de noodzaak om overeenstemming te bereiken over bindende verlagingen van emissies in de lucht- en zeevaart; wijst erop dat het mandaat van Bali dergelijke bindende maatregelen voor de lucht- en zeevaart niet uitsluit; herhaalt zijn oproep om de uitstoot door de lucht- en zeevaart op te nemen in de internationale verbintenissen ter vermindering van broeikasgassen voor de periode na 2012, in het kader van het UNFCCC, aangezien de ICAO en de IMO niet doeltreffend zijn gebleken bij de aanpak van de kwestie;
22. bedauert, dass keine eindeutigen Verweise auf die Notwendigkeit verbindlicher Emissionssenkungen im Luft- und im Seeverkehr aufgenommen werden konnten; stellt fest, dass das Mandat von Bali bindende Maßnahmen für den Luft- und den Seeverkehr nicht ausschließt; bekräftigt seine Forderung, die Emissionen des Luft- und des Seeverkehrs in die internationalen Verpflichtungen zur Senkung von Treibhausgasemissionen im Zeitraum nach 2012 einzubeziehen, und zwar im Rahmen des UNFCCC, da weder ICAO noch IMO erfolgreich gegen dieses Problem vorgegangen sind;