De exploitanten van ziektebestrijdende inrichtingen voor aquatische levensmiddelen zien erop toe dat hun inrichtingen door de bevoegde autoriteit zijn erkend voor het slechten van waterdieren voor ziektebestrijding overeenkomstig artikel 61, lid 1, onder b), artikel 62, artikel 68, lid 1, en artikel 78, leden 1 en 2, en de regelgeving vastgesteld krachtens artikel 63, artikel 70, lid 3, artikel 71, lid 3, en artikel 78, lid 3.
Unternehmer von Betrieben, die Lebensmittel aus Wassertieren herstellen und Seuchenbekämpfungsmaßnahmen durchführen, gewährleisten, dass ihre Betriebe von der zuständigen Behörde zur Schlachtung von Wassertieren zu Seuchenbekämpfungszwecken gemäß Artikel 61 Absatz 1 Buchstabe b, Artikel 62, Artikel 68 Absatz 1, Artikel 78 Absätze 1 und 2 sowie gemäß den Vorschriften, die nach Artikel 63, Artikel 70 Absatz 3, Artikel 71 Absatz 3 und Artikel 78 Absatz 3 erlassen wurden, zugelassen sind.