Het Hof verklaarde in de conclusies van de advocaat-generaal dat tot het begrip van "direct of indirect, in geld of in natura betaalde voordelen" niet de regelingen gerekend kunnen worden die zonder enig overleg binnen de betrokken onderneming of bedrijfstak rechtstreeks bij de wet worden vastgesteld, en verplicht van toepassing zijn op algemene categorieën werknemers.
Der Gerichtshof folgte den Schlußanträgen des Generalanwalts und stellte fest, daß man in den Begriff der mittelbar oder unmittelbar in bar oder in Sachleistungen gezahlten Vergütungen die Leistungen der gesetzlichen Systeme der sozialen Sicherheit, die zwingend für allgemein umschriebene Gruppen von Arbeitnehmern gelten, nicht einbeziehen könne; dies treffe jedoch nicht auf Leistungen zu, die Gegenstand einer Absprache innerhalb des Unternehmens oder in dem betreffenden Gewerbezweig seien.
