De nutriëntenhalte wordt individueel toegekend aan elke landbouw- of veeteeltinrichting, of deel ervan, die voldoet aan de definitie van « bestaande veeteeltinrichting » (in de zin van artikel 2, 7°) en waarvan minstens sinds het aanslagjaar 1995 tijdig en regelmatig jaarlijks aangifte werd gedaan bij de Mestbank.
Der Nährstoffstopp wird individuell für jeden Landwirtschafts- oder Viehzuchtbetrieb oder jeden Teil davon festgelegt, der der Definition eines « bestehenden Viehzuchtbetriebs » (im Sinne von Artikel 2 Nr. 7) entspricht und für den wenigstens seit dem Veranlagungsjahr 1995 rechtzeitig und regelmässig jährlich Erklärungen bei der Düngemittelbank abgegeben wurden.