Die beheerseenheid herbergt een opmerkelijk geheel van laaggelegen maaiweiden die weinig of gemiddeld bemest worden (6511), vochtige maaiweiden met een hoge biologische kwaliteit alsmede habitats voor de voortplanting en het voeden van een regelmatige bevolking van vleermuizen (kolonie van vale vleermuizen te Habergy - 1324, grote hoefijzerneuzen 1304 en ingekorven vleermuizen 1321), van zwarte wouwen (A073 - één tot twee nesten bij de locatie), van grauwe klauwieren (A338) en vooral van één van de laatste regelmatige voortplantingsbevolkingen van paapjes van de Belgische Lotharingen (A275 - 2 nestbouwende paren).
Diese Bewirtschaftungseinheit beherbergt ein bedeutendes Ensemble von schwach bis mittelmässig gedüngten Tiefland-Mähwiesen (6511), feuchte Mähwiesen von grosser biologischer Qualität sowie Habitate zur Fortpflanzung und Nahrungssuche für eine regelmässige Population von Fledermäusen (Bestand von grossen Mausohren in Habergy - 1324, von grossen Hufeisennasen 1304 und von Wimperfledermäusen 1321), von Schwarzmilanen (A073 - ein oder zwei Nester in der Nähe des Gebiets), von Neuntötern (A338) und vor allem eine der letzten regelmässigen Fortplanzungspopulationen im Belgischen Lothringen von Braunkelchen (A275 - 2 Brutpaare).