11. benadrukt dat regio's met blijvende geografische handicaps prioriteit moeten krijgen in het nieuwe regionaal en cohesiebeleid, in het bijzonder de ultraperifere regio's, door artikel 299, lid 2 van het EG-Verdrag ten volle te benutten;
11. besteht darauf, dass den Regionen mit dauerhaften geographischen Nachteilen, insbesondere den Gebieten in äußerster Randlage, durch eine umfassendere Umsetzung von Artikel 299 Absatz 2 des EG-Vertrags bei der neuen Regional- und Kohäsionspolitik Vorrang eingeräumt werden muss,