21. verzoekt de landen in de regio, aangezien de handel in vrouwen en kinderen met het oog op hun seksuele uitbuiting (met name in Albanië en Bosnië-Herzegovina) onverminderd doorgaat, in samenwerking met de "bestemmingslanden", zowel op binnenlands als op regionaal vlak actie te ondernemen en daarbij hoge prioriteit toe te kennen aan slachtofferhulp, opleidingsprogramma's voor de bevoegde diensten en preventie door middel van bewustmaking en voorlichting van de publieke opinie;
21. fordert angesichts der Tatsache, dass der Frauen- und Kinderhandel zum Zwecke der sexuellen Ausbeutung (insbesondere in Albanien und Bosnien-Herzegowina) unvermindert fortgeführt wird, die Staaten in der Region auf, sowohl auf innerstaatlicher als auch auf regionaler Ebene in Zusammenarbeit mit den "Bestimmungsländern" aktiv zu werden, wobei den Bereichen Opferhilfe, Ausbildungsprogramme für die zuständigen Behörden sowie Vorbeugung durch Sensibilisierung und Information der Öffentlichkeit höchste Priorität einzuräumen ist;