Traduction de «regionale steun binnen » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE

regionale steun [ ondersteuning van de regionale ontwikkeling | steun aan minder begunstigde regio ]
regionale Beihilfe [ Beihilfe zur Regionalentwicklung | Hilfe für benachteiligte Gebiete ]

regio die in aanmerking komt voor regionale steun | voor steun in aanmerking komende regio
Fördergebiet | förderungswürdige Region

financiële steun binnen de groep
gruppeninterne finanzielle Unterstützung

Multisectorale kaderregeling betreffende regionale steun voor grote investeringsprojecten
multisektoraler Regionalbeihilferahmen für große Investitionsvorhaben

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Regionale indicatieve programma's vormen een belangrijke stap in de programmering van EU-steun binnen het EOF, als aanvulling op de nationale indicatieve programma's die zijn gesloten met de nationale regeringen van de ACS-staten.
Die Regionalen Richtprogramme sind ein wichtiges Element der Programmierung der EU-Hilfe im Rahmen des EEF und ergänzen die Nationalen Richtprogramme, die mit Regierungen der AKP-Staaten geschlossen werden.

11. onderkent de door de Commissie gesignaleerde problemen met betrekking tot investeringssteun aan grote ondernemingen, aangezien hiervan geen aantoonbaar stimulerend effect uitgaat; is echter van mening dat het niet terecht is om grote bedrijven in gebieden die onder artikel 107, lid 3, onder c) VWEU vallen, geheel uit te sluiten van staatssteun, gezien hun bijdrage aan de werkgelegenheid, hun activiteiten op het vlak van onderaanneming die gunstig zijn voor kmo’s en hun betrokkenheid bij onderzoek en ontwikkeling; is van mening dat de aanwezigheid van grote bedrijven vaak de sleutel is tot het succes van kmo's, die profiteren van clusters onder leiding van grote bedrijven en van de activiteiten die door deze bedrijven uitbesteed worden; benadrukt dat een dergelijke uitsluiting van grote ondernemingen kan leiden tot banenverlies en tot inkrimping van de economische bedrijvigheid in de regio’s in kwestie en tot de verplaatsing van activiteiten naar andere regio's binnen en buiten de EU; stelt voor om regionale steun aan grote ondernemingen in gebieden die vallen onder artikel 107, lid 3 VWEU toe te staan, maar deze steun wel te onderwerpen aan een apart onderzoek dat volgt op de afzonderlijke aanmelding en aan aanvullende compatibiliteitscriteria voor stimulerende effecten en de bijdrage aan regionale ontwikkeling via clusters en onderaanneming;
11. nimmt die von der Kommission aufgezeigten Probleme im Hinblick auf Investitionsbeihilfen für Großunternehmen angesichts eines nachweisbaren Mangels an Anreizeffekten zur Kenntnis, ist jedoch der Ansicht, dass der vollständige Ausschluss von Großunternehmen von den Vorschriften über staatliche Beihilfen in Bereichen, die unter Artikel 107 Absatz 3 Buchstabe c AEUV fallen, wegen ihres Beitrags zur Beschäftigung, ihrer Unterauftragsvergabe zum Vorteil von KMU und ihrer Einbindung in Forschung und Entwicklung nicht gerechtfertigt ist; ist der Auffassung, dass die Tatsache, dass es Großunternehmen gibt, oft der Schlüssel für den Erfolg von KMU ist, die Nutzen aus Clustern, die von Großunternehmen geführt werden, und ihrer Unterauftragsvergabe ziehen; hebt hervor, dass ein solcher Ausschluss von Großunternehmen zum Verlust von Arbeitsplätzen und zu verringerter wirtschaftlicher Aktivität in den betreffenden Regionen sowie zur Verlagerung von Unternehmenstätigkeiten in andere Regionen entweder innerhalb oder außerhalb der EU führen könnte; schlägt vor, dass Beihilfen mit regionaler Zielsetzung für Großunternehmen in Bereichen, die unter Artikel 107 Absatz 3 Buchstabe c AEUV fallen, vorbehaltlich einer besonderen Überprüfung nach Anmeldung von Einzelbeihilfen sowie unter Vorbehalt zusätzlicher Vereinbarkeitskriterien hinsichtlich des Anreizeffekts und des Beitrags zur regionalen Entwicklung durch Cluster und die Vergabe von Unteraufträgen, zulässig sein sollten;

34. deelt de mening van de Commissie dat voorkomen moet worden dat staatssteun leidt tot de verplaatsing van een activiteit naar een andere vestiging binnen de EER; plaatst echter vraagtekens bij de voorgestelde ontwerpparagrafen 24, 25 en 122 t/m 124, aangezien ze niet goed zouden aansluiten op het cohesiebeleid en in strijd zouden zijn met de doelstelling van vereenvoudiging; wijst er met name op dat de periode van twee jaar vanzelfsprekend arbitrair is en dat het misschien wel onmogelijk blijkt om deze regel op te leggen, aangezien elk causaal verband en een planning voor over twee jaar moeilijk gestaafd kan worden; vreest dat deze regel niet-Europese bedrijven bevoordeelt ten opzichte van Europese bedrijven met als gevolg dat bedrijven zich verplaatsen buiten de EER als zij met hun activiteiten op die manier kunnen profiteren van regionale steun aan het gesubsidieerde gebied;
34. stimmt mit der Kommission darin überein, dass Verlagerungen von Unternehmenstätigkeiten von einem Standort zu einem anderen Standort innerhalb des EWR aufgrund staatlicher Beihilfen vermieden werden sollten; äußerst jedoch seine Bedenken im Hinblick auf die Ziffern 24 – 25 und 122 – 124 des vorgeschlagenen Entwurfs aufgrund der Ansicht, dass diese die Kohäsionspolitik nicht ausreichend ergänzen und unvereinbar mit dem Ziel der Vereinfachung sind; weist insbesondere darauf hin, dass die Angabe von zwei Jahren zwangsläufig willkürlich und diese Vorschrift möglicherweise nicht durchsetzbar ist, da jeder kausale Zusammenhang und das Vorhandensein eines Plans zwei Jahre im Voraus schwer nachweisbar sein wird; ist besorgt, dass diese Vorschrift nicht-europäische gegenüber europäischen Unternehmen bevorzugen und zu einer Abwanderung außerhalb des EWR führen könnte, wenn andernfalls die Möglichkeit besteht, für eine Unternehmenstätigkeit durch Beihilfen mit regionaler Zielsetzung für Fördergebiete zu werben;

15. deelt de mening van de Commissie dat voorkomen moet worden dat staatssteun leidt tot de verplaatsing van een activiteit naar een andere vestiging binnen de EER; plaatst echter vraagtekens bij de voorgestelde ontwerpparagrafen 24, 25 en 122 t/m 124, aangezien ze niet goed zouden aansluiten op het cohesiebeleid en in strijd zouden zijn met de doelstelling van vereenvoudiging; wijst er met name op dat de periode van twee jaar vanzelfsprekend arbitrair is en dat het misschien wel onmogelijk blijkt om deze regel op te leggen, aangezien elk causaal verband en het bestaan van een planning voor over twee jaar moeilijk aan te tonen is; vreest dat deze regel niet-Europese bedrijven bevoordeelt ten opzichte van Europese bedrijven met als gevolg dat bedrijven zich verplaatsen buiten de EER als zij met hun activiteiten op die manier kunnen profiteren van regionale steun aan gesubsidieerde gebieden;
15. stimmt mit der Kommission darin überein, dass Verlagerungen von Unternehmenstätigkeiten von einem Standort zu einem anderen Standort innerhalb des EWR aufgrund staatlicher Beihilfen vermieden werden sollten; äußerst jedoch seine Bedenken im Hinblick auf die Ziffern 24 – 25 und 122 – 124 des vorgeschlagenen Entwurfs aufgrund der Ansicht, dass diese die Kohäsionspolitik nicht ausreichend ergänzen und unvereinbar mit dem Ziel der Vereinfachung sind; weist insbesondere darauf hin, dass die Angabe von zwei Jahren zwangsläufig willkürlich und diese Vorschrift möglicherweise nicht durchsetzbar ist, da jeder kausale Zusammenhang und das Vorhandensein eines Plans zwei Jahre im Voraus schwer nachweisbar sein wird; ist besorgt, dass diese Vorschrift nicht-europäische gegenüber europäischen Unternehmen bevorzugen und zu einer Abwanderung außerhalb des EWR führen könnte, wenn andernfalls die Möglichkeit besteht, für eine Unternehmenstätigkeit durch Beihilfen mit regionaler Zielsetzung für Fördergebiete zu werben;

5. benadrukt dat de EU, om meer welvaart en een hogere levensstandaard voor de allerarmsten te bewerkstelligen, een deel van haar handelsgerelateerde steun ten behoeve van een duurzame en verantwoorde ontwikkeling specifiek moet richten op de opbouw van de lokale en regionale handelscapaciteit binnen en tussen deze landen; is ingenomen met de doelstellingen van het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking, dat de nadruk legt op werkgelegenheid en groei als prioriteiten in de minst ontwikkelde landen;
5. betont, dass die Union Teile ihrer handelsbezogenen Hilfe für eine verantwortungsvolle und nachhaltige Entwicklung speziell auf den Aufbau lokaler und regionaler Handelskapazitäten in und zwischen den bedürftigsten Ländern ausrichten muss, um den Wohlstand und den Lebensstandard in diesen Ländern zu erhöhen; begrüßt die Ziele des Finanzierungsinstruments für die Entwicklungszusammenarbeit, mit dem die Priorität auf Beschäftigung und Wachstum in den Entwicklungsländern gelegt wird;

5. benadrukt dat de EU, om meer welvaart en een hogere levensstandaard voor de allerarmsten te bewerkstelligen, een deel van haar handelsgerelateerde steun ten behoeve van een duurzame en verantwoorde ontwikkeling specifiek moet richten op de opbouw van de lokale en regionale handelscapaciteit binnen en tussen deze landen; is ingenomen met de doelstellingen van het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking, dat de nadruk legt op werkgelegenheid en groei als prioriteiten in de minst ontwikkelde landen;
5. betont, dass die EU Teile ihrer handelsbezogenen Hilfe für eine verantwortungsvolle und nachhaltige Entwicklung speziell auf den Aufbau lokaler und regionaler Handelskapazitäten in und zwischen den bedürftigsten Ländern ausrichten muss, um den Wohlstand und den Lebensstandard in diesen Ländern zu erhöhen; begrüßt die Ziele des Finanzierungsinstruments für die Entwicklungszusammenarbeit, mit dem die Priorität auf Beschäftigung und Wachstum in den Entwicklungsländern gelegt wird;

De drie overige EU-lidstaten (Frankrijk, Italië en Nederland) zullen geen regionale steun binnen hun grondgebied kunnen verlenen totdat een nieuwe steunkaart door de Commissie is goedgekeurd.
Die verbleibenden drei EU-Mitgliedstaaten (Frankreich, Italien und die Niederlande) können in ihrem Gebiet keine Regionalbeihilfen gewähren, bevor die Kommission nicht eine neue Fördergebietskarte genehmigt hat.

Met de steun van het Europees Parlement voor het Napolitano-verslag is de basis gelegd voor de discussies over de plaats van lokale en regionale overheden binnen het Europees bestuur die op 6 februari in het kader van de Europese Conventie zullen plaatsvinden.
Der Napolitano-Bericht des Europäischen Parlaments bietet auch den Ausgangspunkt, um am 6. Februar die Debatte über die Rolle der lokalen und regionalen Gebietskörperschaften in Europa im Europäischen Konvent einzuleiten.

De steun kan worden toegestaan uit hoofde van de regionale ontwikkeling (hij valt binnen de grenzen inzake regionale steun voor de Oostduitse deelstaten, zelfs in combinatie met de gebruikelijke 8 % belastingaftrek voor investeringen).
Die Beihilfe kann auch unter regionalpolitischen Gesichtspunkten genehmigt werden, denn selbst mit der üblichen 8 %igen Investitionszulage werden die in den neuen Bundesländern zulässigen Höchstgrenzen für Regionalbeihilfen nicht überschritten.

Aangezien de EG niet over extra middelen beschikt om daaraan te besteden (tenzij meer financiële bijstand beschikbaar kan worden gemaakt), zou die strategie de volgende componenten kunnen omvatten: i) politieke steun voor de souvereiniteit, de onafhankelijkheid en de territoriale integriteit; instemming van alle partijen met het beginsel dat grenzen onschendbaar zijn en dat het gebruik van geweld voor het veroveren van grondgebied ontoelaatbaar is, is van essentieel belang voor het verwezenlijken van regionale stabiliteit; ii) politieke dialoog op bilaterale/regionale basis; doel is het gebruik van de middelen die de Unie ter beschikking staan, voor het bevorderen van vredesprocessen op de plaatsen waar zich regionale conflicten voordoen, in het bijzonder Nagorny Karabach. iii) steun voor het versterken van de democratische instellingen; iv) humanitaire hulp met inbegrip van voedselhulp en de levering van brandstof; v) financiële steun; buitengewone steun zal nodig zijn naar aanleiding van de rampzalige economische situatie in de republieken en hun aanzienlijke betalingsbalansproblemen; vi) steun voor de naoorlogse wederopbouw; - aanmoediging van handel en investeringen; - technische bijstand (voor het in het leven roepen van instellingen, voor ondernemingen en voor de herstructurering van de landbouw en de energiesector); - totstandbrenging van verkeersverbindingen binnen de regio en met andere buurlanden (met name via druk op Rusland en Turkije voor het deblokkeren van het transitovervoer naar Armenië en Azerbeidzjan); vii) samenwerking en coördinatie met andere belangrijke donors Instrumenten Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst (componenten i), ii) en vi)).
Da die EU nicht über zusätzliche Mittel verfügt, die für diesen Zweck verwendet werden könnten (soweit nicht im Zusammenhang mit den ungetilgten Schulden weitere Hilfe bereitgestellt werden kann), kämen für eine solche Strategie die folgenden Komponenten in Betracht: i) politische Unterstützung des Strebems nach Souveränität, Unabhängigkeit und territorialer Unversehrtheit Wesentlich für die Stabilisierung der Region ist die Anerkennung der Unverletzlichkeit der Grenzen und der Unzulässigkeit des Einsatzes von Gewalt zum Zwecke des Gebietserwerbs. ii) politischer Dialog auf bilateraler/regionaler Ebene Das Ziel besteht darin, die der Union zur Verfügung stehenden Mittel einzusetzen, um die friedliche Beilegung der regionalen Konflikte, insbesondere des Konflikts in Bergkarabach, zu unterstützen. iii) Hilfe bei der Stärkung der demokratischen Institutionen iv) humanitäre Hilfe, einschließlich Nahrungsmittel- und Brenn- /Treibstoffhilfe v) Finanzhilfe Angesichts der katastrophalen Wirtschaftslage und der erheblichen Zahlungsbilanzschwierigkeiten der Republiken bedarf es einer außerordentlichen Finanzhilfe. vi) Wiederaufbauhilfe: - Handels- und Investitionsförderung - technische Hilfe (Aufbau der Institutionen; Unternehmenshilfe; Umstrukturierung der Landwirtschaft und der Energiewirtschaft) - Förderung der Verkehrsverbindungen innerhalb der Region und mit anderen Nachbarländern (insbesondere Druck auf Rußland und die Türkei, damit sie die Transitwege nach Armenien und Aserbaidschan freigeben); vii) Zusammenarbeit und Abstimmung mit anderen wichtigen Gebern.