Zij is met name een uitvloeisel van de mededeling van de Commissie uit 1997 en van speciaal verslag 8/98 van de Rekenkamer [13], waaruit bleek dat het gebrek aan bevoegdheden van de oude coördinatie-eenheid voor de bestrijding van fraude om onderzoeken uit te voeren binnen andere instellingen van de Gemeenschappen dan de Commissie "moet worden beschouwd als een ernstige tekortkoming in het juridisch en organisatorisch kader van de fraudebestrijding".
[13] Sie geht insbesondere auf eine Mitteilung der Kommission von 1997 sowie auf den Sonderbericht Nr. 8/98 des Rechnungshofs zurück, der darin feststellte, dass die Tatsache, dass das ehemalige Referat "Koordinierung der Betrugsbekämpfung" nicht befugt sei, innerhalb anderer Gemeinschaftsorgane als der Kommission Untersuchungen durchzuführen, "als gravierender Mangel im rechtlichen und organisatorischen Rahmen für die Betrugsbekämpfung angesehen werden [müsse]".