17. is verheugd over het verslag, dat stoelt op evaluaties op het niveau van de Commissie en vijf lidstaten (Duitsland, Spanje, Frankrijk, Italië en het Verenigd Koninkrijk) over in totaal 76% van de uitgaven voor beroepsopleidingsacties voor vrouwen die in de programmeringsperiode 2000-2006 gecofinancierd zijn door het Europees Sociaal Fonds; stelt echter vast dat in het verslag een aantal tekortkomingen aan het licht zijn gebracht betreffende de totstandkoming van maatregelen en de selectie van projecten die door de Rekenkamer gecontroleerd werden; constateert tekortkomingen in de controle van de prestaties van de programma's;
17. begrüßt den Bericht auf der Grundlage der in der Kommission und in fünf Mitgliedstaaten (Deutschland, Spanien, Frankreich, Italien und Vereinigtes Königreich) ausgeführten Prüfung von insgesamt 76 % der Ausgaben, die im Programmplanungszeitraum 2000 bis 2006 für aus dem Europäischen Sozialfonds finanzierte Berufsbildungsmaßnahmen für Frauen getätigt wurden; stellt jedoch fest, dass der Bericht eine Reihe von Schwachstellen bei der Erstellung der Maßnahmen und der Auswahl der vom Rechnungshof geprüften Projekte offenbart hat, und verweist auf Mängel bei der Leistungsüberwachung der Programme;