232. stelt vast dat
van de 180 door de Rekenkamer gecontroleerde verrichtingen er 63 fouten vertoonden (frequentie van 35 %); wijst op het feit dat de Rekenkamer het meest waarschijnlijke foutenpercentage op basis van
de door haar in 31 verrichtingen vastgestelde gekwantificeerde fouten schat op 3,2 %, een stijging met 1 % ten opzichte van het voorgaande jaar; merkt op dat het foutenpercentage volgens de Commissie onveranderd zou zijn gebleven, d.w.z. dichtbij de materialiteitsdrempel, als de Rekenkamer rekening had gehouden met de
...[+++]forfaitaire financiële correcties die in 2012 werden uitgevoerd en in één lidstaat uitzonderlijk hoog (een forfait van 25 %) waren;
232. stellt fest, dass von den 180 vom Rechnungshof geprüften Vorgängen 63 (35 %) fehlerbehaftet waren; weist darauf hin, dass der Rechnungshof die wahrscheinliche Fehlerquote auf der Grundlage der von ihm in 31 Vorgängen quantifizierten Fehler auf 3,2 % schätzt, was eine Zunahme um 1 % im Vergleich zum Vorjahr bedeutet; nimmt zur Kenntnis, dass die Kommission anmerkt, dass die Fehlerquote unverändert geblieben wäre, also nahe der Wesentlichkeitsschwelle, wenn der Rechnungshof pauschale Finanzkorrekturen berücksichtigt hätte, die 2012 umgesetzt wurden und die in einem Mitgliedstaat besonders hoch (eine Pauschale von 25 %) waren;