41. stelt voor om de wijze van bezoldiging van de leden van de Rekenkamer te herzien, alsmede de rechtstreeks en persoonlijk aan elk lid toegewezen middelen, zodat ze in overeenstemming zijn met de nationale en internationale praktijken voor soortgelijke functies en de leden van de Rekenkamer hun verantwoordelijkheden onafhankelijk kunnen vervullen;
41. schlägt vor, das Vergütungssystem der Rechnungshofsmitglieder und die unmittelbar und persönlich jedem Mitglied zugewiesenen Mittel zu überprüfen, um es an die nationalen und internationalen Verfahren für vergleichbare Funktionen anzugleichen und den Mitgliedern die Möglichkeit zu geben, ihre Aufgaben eigenverantwortlich wahrzunehmen;