(5) Krachtens artikel 18, leden 1 en 2, van Richtlijn 2001/25/EG gelden voor wederzijdse erkenning door de lidstaten van de bewijzen van beroepsbekwaamheid van zeevarenden, ongeacht of zij al dan niet onderdaan van een lidstaat zijn, de bepalingen van de Richtlijnen 89/48/EEG en 92/51/EEG , waarbij respectievelijk een eerste en een tweede algemeen stelsel van erkenning van beroepsonderwijs en -opleiding wordt ingevoerd.
(5) Gemäß Artikel 18 Absatz 1 und Absatz 2 der Richtlinie 2001/25/EG gelten für die gemeinschaftsinterne Anerkennung von Befähigungszeugnissen, deren Inhaber Staatsangehörige eines Mitgliedstaats oder eines Drittlands sind, die Richtlinien 89/48/EWG und 92/51/EWG über eine erste beziehungsweise eine zweite allgemeine Regelung zur Anerkennung beruflicher Befähigungsnachweise.