2. Op verzoek van de fabrikant kan iedere lidstaat restantvoorraden van motoren of voorraden van niet voor de weg bestemde mobiele machines voor wat hun motoren betreft, onder de volgende voorwaarden vrijstellen van de in artikel 9, lid 4, vastgestelde termijn(en) voor het in de handel brengen:
(2) Jeder Mitgliedstaat kann auf Antrag des Herstellers Motoren aus auslaufenden Serien, die sich noch auf Lager befinden, oder Lagerbestände von mobilen Maschinen und Geräten hinsichtlich ihrer Motoren von der Frist (den Fristen) für das Inverkehrbringen gemäß Artikel 9 Absatz 4 ausnehmen, wenn folgende Bedingungen erfuellt sind: