6. benadrukt dat de resterende gevangen recht moeten hebben op een regelmatige herziening van de wettigheid van hun
gevangenschap overeenkomstig artikel 9 van het Internationaal Verdrag in
zake burgerlijke en politieke rechten, op grond waarvan „een ieder wie door arrestatie of
gevangenhouding zijn vrijheid is ontnomen, [...] het recht [heeft] voorziening te vragen bij de rechter, opdat die rechter binnen korte termijn beslist over de wettigheid van zijn
gevangen ...[+++]houding en zijn invrijheidstelling beveelt, indien zijn gevangenhouding onrechtmatig is”; 6. betont, dass nach wie vor
in Haft befindliche Gefangene Anspruch auf eine regelmäßige Überprüfung der Rechtmäßigkeit ihrer Inhaftierung gemäß Artikel 9 des Internationalen Pakts ü
ber bürgerliche und politische Rechte haben sollten, der vorsieht, dass „[j]eder, dem seine Freiheit durch Festnahme oder Haft entzogen ist, [..] das Recht [hat], ein Verfahren vor einem Gericht zu beantragen, damit dieses unverzüglich über die Rechtmäßigkeit der Freiheitsentziehung entscheiden und seine Entlassung anordnen kann, falls die Freiheitsentzieh
...[+++]ung nicht rechtmäßig ist“;