1. Bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van alle onder dit artikel vallende programmeringsdocumenten, dient te worden voldaan aan de in artikel 3, leden 4 tot en met 8, neergelegde beginselen inzake samenhang in ontwikkelingsbeleid en de doeltreffendheid van hulp, namelijk democratische verantwoordelijkheid, partnerschap, coördinatie, harmonisatie, afstemming op de procedures van het partnerland of de partnerregio, wederzijdse verantwoordingsplicht en resultaatgerichtheid.
(1) Die Ausarbeitung, Umsetzung und Überprüfung aller Programmierungsdokumente gemäß diesem Artikel erfolgt unter Achtung der Grundsätze der Politikkohärenz im Interesse der Entwicklung und der Wirksamkeit der Hilfe, nämlich demokratische Eigenverantwortlichkeit, Partnerschaftlichkeit, Koordinierung, Harmonisierung, Ausrichtung an den Systemen der Partnerländer oder an regionalen Systemen, Transparenz, gegenseitige Rechenschaftspflicht und Ergebnisorientiertheit nach Artikel 3 Absätze 4 bis 8.