18. herinnert eraan dat bij de doelstelling van 3% van het BBP voor OO 2% afkomstig is uit de particuliere sector en 1% uit de publieke sector; constateert dat er nog steeds bijzondere tekortkomingen bestaan bij de particuliere uitgaven voor onderzoek die alleen kunnen worden ondervangen door een aanpassing van het regelgevingskader voor ondernemingen, waaronder kmo's; steunt met name de werkzaamheden van de Commissie om een nieuwe, op de reële innovatieprestatie gebaseerde kernindicator te ontwikkelen, aangezien dit informatiever is dan het afzetten van de prestatie tegen cijfermatige doelstellingen;
18. ruft in Erinnerung, dass das Drei-Prozent-Ziel aus einem zweiprozentigen privaten und einem einprozentigen, aus öffentlichen Geldern finanzierten Teil besteht; stellt fest, dass es immer noch besondere Defizite im Bereich der privaten Forschungsausgaben gibt, die nur behoben werden können, indem das ordnungspolitische Umfeld für die Unternehmen einschließlich der KMU angepasst wird; unterstützt insbesondere die Arbeit der Kommission, einen neuen Leitindikator zu entwickeln, der auf der realen Innovationsleistung begründet ist, da dies aussagekräftiger sein würde als eine Messung der Leistung anhand zahlenmäßiger Zielvorgaben;
