Per maand moet bij ten minste 3 % van de partijen serologische bemonstering plaatsvinden, behalve voor geregistreerde paarden in de zin van artikel 2, onder c), van Richtlijn 2009/156/EG van de Raad (1) die vergezeld zijn van een individueel gezondheidscertificaat waarin wordt vermeld dat is voldaan aan de veterinairrechtelijke eisen die zijn vastgesteld in de besluiten die overeenkomstig artikel 15, onder a), en artikel 19, onder a) en b), van die richtlijn zijn aangenomen.
Mindestens 3 % der Sendungen sind monatlich einer serologischen Probenahme zu unterziehen, mit Ausnahme registrierter Pferde gemäß der Definition in Artikel 2 Buchstabe c der Richtlinie 2009/156/EG des Rates (1), für die eine individuelle Gesundheitsbescheinigung hinsichtlich der Einhaltung der tierseuchenrechtlichen Anforderungen der gemäß Artikel 15 Buchstabe a und 19 Buchstaben a und b der genannten Richtlinie erlassenen Beschlüsse mitgeführt wird.