In het beroep tot vernietiging dat zij bij het Hof hebben ingesteld en waarvan gewag wordt gemaakt in B.4, hebben de verzoekende partijen een tweede middel afgeleid uit de schending, door de bestreden bepaling, van de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met het Verdrag van Aarh
us van 25 juni 1998 betreffende toegang tot informat
ie, inspraak in besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden (met name de artikelen 7
en 8 ervan ...[+++]), met de richtlijn 2001/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's (met name de artikelen 3, 4, 5 en 6 en bijlage II ervan) en met het standstill -beginsel.In der von ihnen beim Hof eingereichten und in B.4 erwähnten Nichtigkeitsklage haben die klage
nden Parteien einen zweiten Klagegrund aus einem Verstoss gegen die Artikel 10, 11 und 23 der Verfassung abgeleitet, gegebenenfalls in Verbindung mit dem Ubereinkommen von Aarhus vom 25.
Juni 1998 über den Zugang zu Informationen, die Öffentlichkeitsbeteiligung an Entscheidungsverfahren und den Zugang zu Gerichten in Umweltangelegenheiten (insbesondere dessen Artike
l 7 und 8), mit der Richtlinie ...[+++] 2001/42/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 27. Juni 2001 über die Prüfung der Umweltauswirkungen bestimmter Pläne und Programme (insbesondere deren Artikel 3, 4, 5 und 6 und deren Anhang II) und mit dem Stillhaltegrundsatz.