248. Richtlijn 94/58/EG van de Raad van 22 november 1994 inzake het minimumopleidingsniveau van zeevarenden vormt een uitzondering. In deze richtlijn, die gebaseerd is op artikel 80 (ex artikel 84), lid 2, van het Verdrag, wordt bepaald: "Voor de wederzijdse erkenning door de lidstaten van de in artikel 3 bedoelde bewijzen van beroepsbekwaamheid die in het bezit zijn van zeevarenden die onderdaan van een lidstaat zijn, geldt eveneens het bepaalde in de Richtlijnen 89/48/EEG en 92/51/EEG".
248. Die Richtlinie 94/58/EWG des Rates vom 22. November 1994 über die Mindestanforderungen für die Ausbildung von Seeleuten bildet hierbei eine Ausnahme. Nach einem Verweis auf Artikel 80 (bisher 84) Absatz 2 EG-Vertrag heißt es dort, daß die "Richtlinien 89/48/EWG und 92/51/EWG des Rates über allgemeine Regelungen zur Anerkennung beruflicher Befähigungsnachweise auf die unter diese Richtlinie fallenden Berufe im Seeverkehr Anwendung finden".