De verzoekende partijen voeren in het derde middel aan dat, in
de hypothese dat de richtlijn 2003/87/EG in die zin moet worden begrepen dat zij de intrekking van emissierechten toestaat, met name bij de sluiting van een exploitatie, de richtlijn en artikel 5 van het decreet dat die richtlijn implementeert, in strijd zouden zijn met de vrijheid van vestiging zoals gewaarborgd bij de artikelen 3 en 43 van het E.G.-Verdrag en dat die schending een discriminatie teweegbrengt tuss
en de ondernemingen naargelang zij al dan niet aan de regeli
...[+++]ng voor de handel in emissierechten zijn onderworpen.
Die klagenden Parteien führen im dritten Klagegrund an, dass in dem Fall, wo die Richtlinie 2003/87/EG so auszulegen sei, dass sie die Rückgängigmachung von Emissionszertifikaten insbesondere im Falle der Betriebseinstellung erlaube, die Richtlinie und Artikel 5 des Dekrets, der sie umsetze, im Widerspruch zur Niederlassungsfreiheit, die durch die Artikel 3 und 43 des EG-Vertrags garantiert werde, stünden und dass diese Missachtung eine Diskriminierung zwischen Unternehmen, je nachdem, ob sie dem System für den Handel mit Emissionszertifikaten unterlägen oder nicht, einführe.