in stookinstallaties die binnen d
e werkingssfeer van Richtlijn 2001/80/EG vallen en overeenkomstig de definitie van artikel 2, punt 10, van die ric
htlijn als bestaand worden beschouwd, wanneer de zwaveldioxide-emissie door deze stookinstallaties niet hoger is dan 1700 mg/Nm bij een rookgaszuurstofgehalte van 3 volumeprocent op droge basis en
wanneer de zwaveldioxide-emissie door deze stookinstallaties met inachtneming van artikel 4, lid 3, onder a), van Richtlijn 2001/80/E
...[+++]G met ingang van 1 januari 2008 niet hoger is dan voortvloeit uit de inachtneming van de emissiegrenswaarden voor nieuwe installaties in deel A van bijlage IV van die richtlijn en eventueel de toepassing van de artikelen 5, 7 en 8 van die richtlijn; i
n den von der Richtlinie 2001/80/EG erfassten Feuerun
gsanlagen verwendet werden, die im Sinne der Begriffsbestimmung von Artikel 2 Nummer 10 jener Richtlinie als bestehende Anlagen einzustufen sind, wenn die Emissionen aus der Anlage höchstens 1 700 mg/Nm³ bei einem Sauerstoffgehalt des Rauchgases von 3 Volumenhundertteilen im trockenen Bezugszustand betragen, wenn die Schwefeldioxidemissionen der von Artikel 4 Absatz 3 Buchstabe a der Richtlinie erfassten Feuerungsanlagen ab 1. Januar 2008 die Emissionsgrenzwerte einhalten, die für
...[+++] Neuanlagen gemäß Anhang IV Teil A der Richtlinie 2001/80/EG gelten, und wenn gegebenenfalls die Artikel 5, 7 und 8 jener Richtlinie Anwendung finden;