We moeten eensgezind zijn en bereid tot samenwerking, en niet slechts binnen de institutionele driehoek maar ook met de lidstaten, en wij moeten rivaliteit zien te vermijden.
Wir brauchen kollektiven Willen und Zusammenarbeit, nicht nur zwischen den drei Organen, sondern auch mit den Mitgliedstaaten, wobei Rivalitäten vermieden werden müssen.