In het zesde middel voert de verzoekende partij de schending aan van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door de artikelen 37, 4°, en 39 van de wet van 3 juli 2005 doordat de personeelsleden van de politiediensten na afloop van de aanwijzing bij de in die bepalingen vermelde eenheden en diensten recht hebben op de heropening van de in de artikelen XII. XI. 21 en XII. XI. 24 RPPol bepaalde bijkomende toelage en compenserende toelage, terwijl personeelsleden die worden aangewezen bij de dienst Intern Toezicht van de lokale politie dat recht niet zouden hebben.
Im sechsten Klagegrund führt die klagende Partei einen Verstoss der Artikel 37 Nr. 4 und 39 des Gesetzes vom 3. Juli 2005 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung an, da die Personalmitglieder der Polizeidienste nach Ablauf der Benennung bei den in diesen Bestimmungen erwähnten Einheiten und Diensten erneut Anspruch auf die in den Artikeln XII. XI. 21 und XII. XI. 24 RSPol festgelegte Zusatzzulage und Ausgleichszulage hätten, während Personalmitglieder, die beim Dienst « Interne Kontrolle » der lokalen Polizei benannt worden seien, diesen Anspruch nicht hätten.