4. De volgende weefsels mogen niet voor de vervaardiging van de in punt 1 bedoelde producten worden gebruikt: schedel, wervelkolom, hersenen, ruggenmerg, ogen, tonsillen, zwezerik, maag en darmen en milt.
4. Folgende Gewebe dürfen nicht für die Gewinnung/Herstellung von Erzeugnissen gemäß Nummer 1 verwendet werden: Schädel, Wirbelsäule, Gehirn, Rückenmark, Augen, Tonsillen, Thymusdrüse, Baucheingeweide und Milz.