In de biologische dierhouderij moet niet alleen het vermogen van de dieren om zich aan de plaatselijke omstandigheden aan te passen, hun levenskracht en hun ziektebestendigheid in aanmerking worden genomen bij de keuze van de rassen, maar moet tevens een ruime biologische diversiteit worden nagestreefd.
Bei der ökologischen/biologischen Tierhaltung sollte bei der Auswahl der Rassen ihrer Fähigkeit zur Anpassung an die Umweltbedingungen, ihrer Vitalität und ihrer Widerstandsfähigkeit gegenüber Krankheiten Rechnung getragen werden; große biologische Vielfalt sollte dabei gefördert werden.