8. herhaalt dat vrouwenrechten een belangrijk deel moeten uitmaken van de dialoog die de EU op het gebied van de mensenrechten voert, alsook van de politieke dialoog tussen de EU en de derde landen waarmee samenwerkings- en associatieovereenkomsten zijn gesloten conform de mensenrechtenclausules in die overeenkomsten, en dat vrouwen een ruimere rol toebedeeld moeten krijgen bij het bewerkstelligen van een vreedzame overgang naar democratie, zowel aan de onderhandelingstafel als in de praktijk; roept de Commissie en de Raad op alle passende maatregelen te nemen in geval van een overtreding van deze bepalingen;
8. erinnert daran, dass die Rechte der Frau im Einklang mit den Menschenrechtsklauseln in den entsprechenden Abkommen ein wichtiger Teil der von der EU geführten Menschenrechtsdialoge und des politischen Dialogs der EU mit Drittländern sein sollten, mit denen Kooperations- oder Assoziierungsabkommen vereinbart wurden, sowie dass die Mitwirkung von Frauen an friedlichen Übergangsprozessen sowohl am Verhandlungstisch als auch bei aktiven Aufgaben ausgeweitet werden sollte; ruft die Kommission und den Rat auf, bei jeglicher Verletzung dieser Bestimmungen alle angemessenen Maßnahmen zu ergreifen;
