Traduction de «rurbusch alsook schrale montane maaiweiden » (Néerlandais → Allemand) :

Er worden ook zuurminnende beukenbossen met witte veldbies rijk aan dood hout waargenomen in het bosreservaat « Rurbusch », alsook schrale montane maaiweiden langs de Duitse grens, ter hoogte van de gemeente Kalterherberg.
Dort, insbesondere im Forstreservat Rurbusch, befinden sich jedoch auch Buchenwälder mit weißen Hainsimsen, mit viel Totholz; an der deutschen Grenze, in der Nähe von Kalterherberg, sind magere Bergmähwiesen anzutreffen.

Op het Ardense plateau stemt de locatie overeen met de valleibodems van de Mellier en van de Mandebras, alsook met de samenvloeiing ervan, in een landbouwcontext waarbij de valleibodems worden ingenomen door maaiweiden met vuurvlinders, ruigten (4030), schrale maaiweiden (6510), alluviale elzenbossen (91E0).
Auf der Hochebene der Ardennen entspricht das Gebiet den Talgründen der Mellier und der Mandebras sowie ihre Zuflüsse in einem landwirtschaftlichen Kontext, wo diese Talgründe durch Mähwiesen mit Feuerfaltern, Hochstaudenfluren (4030), magere Mähwiesen (6510), alluviale Auenwälder (91E0) bedeckt sind.

De locatie omvat ook plaatselijk opmerkelijke schrale maaiweiden rijk aan beschermde soorten, kleine oppervlaktes van pijpestrootjes-graslanden (4010) alsook stukken van heischrale graslanden (6230).
Örtlich enthält das Gebiet ebenfalls bemerkenswerte magere Mähwiesen, die reich an geschützten Arten sind, kleine Flächen von Pfeifengraswiesen (4010) sowie Fragmente von Borstgrasweiden (6230).

Er worden grote oppervlaktes van schrale maaiweiden (6510) waargenomen alsook een grote populatie van grauwe klauwieren, namelijk ongeveer 50-80 paren.
Dort sind weite Flächen magerer Flachland-Mähwiesen (6510) sowie eine umfangreiche Population des Neuntöters, geschätzt auf 50-80 Paare, anzutreffen.

De moerassen van Prouvy en Rawez omvatten resten van alkalische laagmoerassen, grote oppervlaktes van ruigten, droge rietlanden, alluviale elkenbossen, alsook vochtige tot mesofiele weiden, schrale maaiweiden.
Die Teiche in Prouvy und Rawez umfassen Fragmente von alkalischen Niedermooren, bedeutende Hochstaudenfluren, trockene Röhrichtgebiete, alluviale Erlenwälder sowie Feuchtwiesen mit Mesophilien und magere Mähwiesen.