De verzoekers in de zaken nrs. 2227 en 2336 leiden twee middelen (zaak nr. 2227) of één middel dat is samengesteld uit twee onderdelen (zaak nr. 2336) af uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, afzonderlijk gelezen (zaak nr. 2227) of in samenhang met artikel 3 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, met artikel 25, b, van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en met de fundamentele regels van het kiesrecht en de verkiesbaarheid (zaak nr. 2336).
Die Kläger in den Rechtssachen Nrn. 2227 und 2336 leiten zwei Klagegründe (Rechtssache Nr. 2227) oder einen zwei Teile umfassenden Klagegrund (Rechtssache Nr. 2336) aus dem Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung ab, an sich (Rechtssache Nr. 2227) oder in Verbindung mit Artikel 3 des ersten Zusatzprotokolls zur Europäischen Menschenrechtskonvention, mit Artikel 25 Buchstabe b des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte und mit den fundamentalen Regeln des Wahlrechtes und der Wählbarkeit (Rechtssache Nr. 2336).