2. De exploitant van de verbrandings- of meeverbrandingsinstallatie moet in samenhang met de inontvangstneming van dierlijke bijproducten alle nodige voorzorgsmaatregelen treffen om directe risico's voor de gezondheid van mens of dier te voorkomen of, zover als praktisch haalbaar is, te beperken.
2. Der Betreiber einer Verbrennungs- und Mitverbrennungsanlage hat hinsichtlich der Annahme tierischer Nebenprodukte alle erforderlichen Vorsorgemaßnahmen zu treffen, damit direkte Risiken für die Gesundheit von Mensch und Tier vermieden oder soweit wie möglich begrenzt werden.