Het bewaren en beheren van financiële instrumenten voor rekening van cliënten, met inbegrip van bewaarneming en daarmee samenhangende diensten zoals contanten- en/of zekerhedenbeheer en met uitsluiting van het verstrekken en aanhouden van effectenrekeningen bovenaan de houderschapsketen („centrale dienst voor het aanhouden van effectenrekeningen”), als bedoeld in punt 2 van afdeling A van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 909/2014.
(1)Verwahrung und Verwaltung von Finanzinstrumenten für Rechnung von Kunden, einschließlich Depotverwahrung und verbundener Dienstleistungen wie Cash-Management oder Sicherheitenverwaltung und mit Ausnahme der Bereitstellung und Führung von Wertpapierkonten auf oberster Ebene („zentrale Kontenführung“) gemäß Abschnitt A Nummer 2 des Anhangs zur Verordnung (EU) Nr. 909/2014.