Vertaling van "samenwonende gerechtigde " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

samenwonende gerechtigde
zusammenwohnender Berechtigter

concubant | feitelijk samenwonende | feitelijk samenwonende partner | ongehuwd samenwonende
Lebensgefährte | nichtehelicher Lebenspartner | nichtehelicher Partner | Partner einer eheähnlichen Gemeinschaft | Partner einer nichtehelichen Lebensgemeinschaft | Partner more uxorio

samenwonende
Mitbewohner

samenwonende echtgenoot
zusammenlebender Ehepartner

samenwonende
Zusammenwohnender

wettelijk samenwonende
gesetzlich Zusammenwohnender

alimentatiegerechtigde | onderhoudsgerechtigde | tot onderhoud gerechtigde
berechtigte Person | Unterhaltsberechtigter

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

De Koning diende te bepalen wat bedoeld wordt met « gerechtigde met personen ten laste », « alleenstaande gerechtigde » en « samenwonende gerechtigde ».
Der König musste bestimmen, was unter « Empfänger mit Personen zu Lasten », « allein stehender Empfänger » und « zusammenwohnender Empfänger » zu verstehen ist.

De programmawet (I) van 24 december 2002 stapt af van de indeling « gerechtigde met personen ten laste », « alleenstaande gerechtigde » en « samenwonende gerechtigde » en kiest voor een abstracte indeling (A, B en C) « zodat elke verwarring tussen de betekenis van de juridische begrippen en de betekenis van dezelfde begrippen in het dagdagelijkse taalgebruik onmogelijk wordt » (Parl. St., Kamer, 2002-2003, DOC 50-2124/001, p. 87).
Durch das Programmgesetz (I) vom 24. Dezember 2002 wurde die Einteilung zwischen « Empfänger mit Personen zu Lasten », « allein stehender Empfänger » und « zusammenwohnender Empfänger » aufgegeben und eine abstrakte Einteilung (A, B und C) gewählt, « um jegliche Verwechslung zwischen der Bedeutung der Rechtsbegriffe und der geläufigen Bedeutung derselben Konzepte zu vermeiden » (Parl. Dok., Kammer, 2002-2003, DOC 50-2124/001, S. 87).

Artikel 6, §§ 1 en 2, van de wet van 27 februari 1987 bepaalde, vóór het werd vervangen bij artikel 120 van de programmawet (I) van 24 december 2002, dat « de Koning [.] bij in Ministerraad overlegd besluit het bedrag van de tegemoetkomingen [vaststelt] » en dat « het bedrag van de inkomensvervangende tegemoetkoming kan verschillen naargelang de gerechtigde personen ten laste heeft, alleenstaande is of samenwonende ».
Artikel 6 §§ 1 und 2 des Gesetzes vom 27. Februar 1987 bestimmte vor seiner Ersetzung durch Artikel 120 des Programmgesetzes (I) vom 24. Dezember 2002, dass « der König [.] durch einen im Ministerrat beratenen Erlass den Betrag der Beihilfen [festlegt] » und « der Betrag der Beihilfe zur Ersetzung des Einkommens [.] unterschiedlich sein [kann], je nachdem, ob der Empfänger Personen zu Lasten hat, Alleinstehender oder Zusammenwohnender ist ».

Het bedrag van de inkomensvervangende tegemoetkoming kan schommelen naargelang de gerechtigde personen ten laste heeft, een alleenstaande of een samenwonende is, maar het moet, voor elke categorie, minstens gelijk zijn aan het bestaansminimum (artikel 6).
Der Betrag der einkommensersetzenden Beihilfe kann sich danach richten, ob der Bezugsberechtigte Personen zu Lasten hat, alleinstehend ist oder mit einer anderen Person zusammenwohnt, muss aber für jede Kategorie mindestens dem Betrag des Existenzminimums entsprechen (Artikel 6).

1.4. De Arbeidsrechtbank zegt in het vonnis waarbij de prejudiciële vraag wordt gesteld voor recht dat de eiser voor de periode van 1 april 1996 tot en met 9 januari 1997 gerechtigd is op financiële bijstand gelijk aan het bedrag van het bestaansminimum voor samenwonende gehuwden en verklaart het vonnis wat dat onderdeel betreft uitvoerbaar bij voorraad niettegenstaande elk rechtsmiddel en met uitsluiting van het recht op kantonnement of borgtocht.
1.4. Das Arbeitsgericht erkennt in seinem Urteil, mit dem die präjudizielle Frage gestellt wird, für Recht, dass der Kläger für den Zeitraum vom 1. April 1996 bis zum 9. Januar 1997 Recht auf eine dem Existenzminimum für zusammenwohnende Ehepaare entsprechende finanzielle Unterstützung habe, und erklärt das Urteil diesbezüglich für vorläufig vollstreckbar - ungeachtet jeglicher Rechtsmitteleinlegung und ausschliesslich des Rechts auf Beschränkung oder Bürgschaft.