1.7.3. Indien voor de twee beschouwde punten het verschil tussen de theoretische waarde en de op het moment van controle verkregen waarde niet meer dan 5 % in plus en min van de volledige schaal bedraagt, mogen de afstellingsparameters worden aangepast.
1.7.3. Beträgt für die beiden betreffenden Punkte die Differenz zwischen dem theoretischen Wert und dem bei der Überprüfung erzielten Wert nicht mehr als +/- 5% des Skalenwerts, so dürfen die Einstellkennwerte neu justiert werden.