Volgens de verzoekende partijen impliceert de ruime formulering van artikel 46, in zoverre het de vorderingen tot schadevergoedingen beoogt, dat het wordt toegepast op al de vorderingen tot herstel van een nadeel dat wordt veroorzaakt aan het eigendomsrecht, ongeacht of die gebaseerd zijn op artikel 1382 of op artikel 544 van het Burgerlijk Wetboek of op het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Die klagenden Parteien machen geltend, dass die weitgefasste Formulierung von Artikel 46 insofern, als er die Schadensersatzklagen betreffe, impliziere, dass er auf alle Klagen auf Wiedergutmachung eines dem Eigentumsrecht zugefügten Nachteils angewandt werde, ohne Rücksicht darauf, ob diese auf Artikel 1382 oder auf Artikel 544 des Zivilgesetzbuches oder auf der Europäischen Menschenrechtskonvention beruhten.