H. overwegende dat het VN-Bureau van de Hoge Commissaris voor de mensenrechten niet in staat was personeel ter plaatse in Syrië in te zetten om onderzoek te doen naar de beweerde schendingen van het internationale recht inzake mensenrechten en de feiten en omstandigheden van deze schendingen vast te stellen, teneinde straffeloosheid te voorkomen en volledige verantwoording te waarborgen, zoals gevraagd in de resolutie van de UNHRC van 29 april 2011,
H. in der Erwägung, dass das Amt des Hohen Kommissars für Menschenrechte (OHCHR) außerstande war, Mitarbeiter zu Ermittlungen wegen mutmaßlicher Verstöße gegen das völkerrechtlich verankerte Menschenrecht nach Syrien zu entsenden und die Tatbestände und Umstände solcher Verstöße festzustellen, damit die Schuldigen nicht straffrei ausgehen und gemäß der Resolution des UNHRC vom 29. April 2011 für alle Vergehen zur Verantwortung gezogen werden,