Overeenkomstig artikel 5, lid 2, van die richtlijn mogen de lidstaten, als een burger van de Unie zijn recht op vrij verkeer en verblijf op hun grondgebied uitoefent, van familieleden die niet de nationaliteit van een lidstaat bezitten een inreisvisum verlangen.
Gemäß Artikel 5 Absatz 2 der Richtlinie können die Mitgliedstaaten von nicht die Staatsangehörigkeit eines EU-Mitgliedstaats besitzenden Familienangehörigen eines EU-Bürgers, der von seinem Recht, sich im Hoheitsgebiet der Mitgliedstaaten frei zu bewegen und aufzuhalten, Gebrauch macht, ein Einreisevisum verlangen.