68. benadrukt dat de culturele en de creatieve sector in Europese en nationale sociaaleconomische strategieën moeten worden geïntegreerd; onderstreept dat diverse beleidsvlakken, onder meer het industrie-, onderwijs- en innovatiebeleid en het op toerisme en regionale, stedelijke, lokale en ruimtelijke ontwikkeling gerichte beleid nader gecoördineerd moeten worden; spoort lokale en regionale instanties er eveneens toe aan om conform het subsidiariteitsbeginsel in hun economische strategieën voor de middellange en lange termijn rekening te houden met de CCS;
68. betont, dass die Kultur- und Kreativwirtschaft Teil der nationalen sozioökonomischen Strategien und der EU-Strategien in diesem Bereich werden sollte; betont, dass eine weitere Abstimmung verschiedener Politikbereiche, einschließlich der Industrie-, Bildungs- und Innovationspolitik sowie der Politik in den Bereichen Tourismus, regionale, städtische und lokale Entwicklung sowie Raumordnung, notwendig ist; fordert auch die lokalen und regionalen Gebietskörperschaften im Einklang mit dem Subsidiaritätsprinzip auf, die KKW in ihre mittel- und langfristigen wirtschaftlichen Strategien einzubeziehen;