51. verzoekt alle partijen bij het Internationaal Strafhof, de Europese Unie en het Internationaal Strafhof zelf, met inbegrip van het parket van de aanklager, met klem alles in het werk te stelle
n om de plegers van seksuele misdrijven tegen de menselijkheid te vervolgen en te straffen, te weten de specifieke categorie van misdrijven tegen de menselijkheid die onder de materiële bevoegdheid van het Internationaal Strafhof vallen (artikel 7 van het Statuut van Rome) waarbij het gaat om verkrachting, seksuele slavernij, gedwongen prostitutie, gedwongen zwangerschap, gedwongen sterilisatie en enige andere vorm van seksueel geweld van vergel
...[+++]ijkbare ernst, alsmede om feiten in verband met vervolging op grond van geslacht; constateert dat deze seksuele misdrijven bijzonder verwerpelijk zijn en dat zij tegelijkertijd en op grote schaal zowel misdrijven tegen de menselijkheid als oorlogsmisdrijven (artikel 8 van het Statuut van Rome) kunnen zijn, en dat zij gericht zijn tegen de zwakste bevolkingsgroepen, vrouwen, kinderen en burgers in landen die reeds door conflictsituaties en/of voedseltekorten, ja zelfs hongersnood verzwakt zijn; 51. fordert alle IStGH-Vertragsparteien, die EU und den IStGH selbst einschließlich der Anklagebehörde eindringlich auf, alles zu unterneh
men, um Urheber von gegen die Menschlichkeit gerichteten Sexualstraftaten, das heißt die spezielle Kategorie der Verbrechen gegen die Menschlichkeit, die in die sachliche Zuständigkeit des IStGH fällt (Artikel 7 des Römischen Statuts)
und Vergewaltigung, sexuelle Sklaverei, Nötigung zur Prostitution, erzwungene Schwangerschaft, Zwangssterilisation oder jede andere Form sexueller Gewalt von vergleich
...[+++]barer Schwere sowie Verfolgung aus Gründen des Geschlechts umfasst, zu verfolgen und zu bestrafen; stellt fest, dass diese Sexualstraftaten besonders abscheulich sind, da sie häufig in sehr großem Ausmaß begangen werden und sowohl Kriegsverbrechen als auch Verbrechen gegen die Menschlichkeit darstellen (Artikel 8 des Römischen Statuts) und auf die schwächsten Bevölkerungsgruppen – Frauen, Kinder und Zivilisten – in Ländern, die ohnehin durch Konflikte und/oder Lebensmittelknappheit oder Hungersnöte geschwächt sind, abzielen;