33. constateert dat het standpunt van OLAF een onhoudbare bewering gebleken is, wat de O
mbudsman er in juni 2003 toe bewoog om de volgende aanbeveling te doen: "OLAF zou moeten overwegen de gepubliceerde omkoopverwi
jten, die beschouwd zouden kunnen worden als zijnde gericht tegen de indiener van de klacht, in te trekken" ; betreurt het dat OLAF aan deze aanbeveling geen gevolg heeft gegeven, maar de verdenking dat er van omkoping sprake is, in een
persbericht van 30 september ...[+++] 2003 heeft herhaald en slechts heeft verklaard dat er "tot dusverre" geen bewijzen voorhanden zijn dat geld werd betaald; 33. stellt fest, dass sich OLAFs Stellungnahme als unhaltbare Behauptung erwiesen hat, was den Bürgerb
eauftragten im Juni 2003 veranlasste zu empfehlen: "OLAF sollte in Erwägung ziehen, die Bestechungsvorwürfe zurückzuziehen, die veröffentlicht wurden und als gegen den Beschwerdeführer g
erichtet verstanden worden sein dürften" ; bedauert, dass OLAF dieser Empfehlung nicht gefolgt ist, sondern den Verdacht, es sei Bestechung im Spiel gewesen, in einer Presse
mitteilung vom 30. September ...[+++] 2003 wiederholt und lediglich erklärt hat, "bisher" lägen keine Beweise vor, dass eine Geldzahlung getätigt worden sei;