G. overwegende dat de wijzigingen die bij besluit 2002/772/EG, Euratom d.d. 25 juni 2002 en 23 september 2002 zijn aangebracht in de Akte van 20 september 1976 hebben aangetoond dat de bepalingen in artikel 3 en 4 van het Reglement niet adequaat zijn, vooral wat betreft het treffen van maatregelen - meteen vanaf het moment van de constituerende vergadering van het Europees Parlement - in verband met het onderzoek naar situaties waarin duidelijk sprake is van onverenigbaarheid (krachtens artikel 7 van de Akte van 20 september 1976),
G. in der Erwägung, dass die Änderungen des Akts vom 20. September 1976 mit Beschluss 2002/772/EG, Euratom des Rats vom 25. Juni 2002 und vom 23. September 2002, die Unangemessenheit der Bestimmungen von Artikel 3 und 4 der Geschäftsordnung unterstrichen haben, insbesondere was die Maßnahmen betreffend die Prüfung von offenkundigen Unvereinbarkeiten (gemäß Artikel 7 des Akts vom 20. September 1976) ab dem Beginn der konstituierenden Sitzung des Europäischen Parlaments anbelangt,