De twee samenwerkingsakkoorden, die het voorwerp hebbe
n uitgemaakt van de vier bestreden instemmingsnormen, hebben, enerzijds, wat de Minister van Justitie betreft, tot doel « het doen naleven en het toepassen van de wet, het voorkomen van recidive en het bevorderen van de (re)ïntegratie van de dader [van seksueel misbruik] in de maatschappij waarbij de stigmatisering zoveel mogelijk moet worden vermeden » en, anderzijds, wat betreft de Waalse Minister van Gezondheid en de bevoegde ministers van de Vlaamse Gemeenschap « het welzijn, de gezondheid en de harmonie
uze ontplooiing van mensen ...[+++] te bevorderen evenals het verhinderen van situaties die hiertegen kunnen indruisen » (memories van toelichting bij het akkoord met het Waalse Gewest, Belgisch Staatsblad van 11 september 1999, p. 34010, en bij het akkoord met de Vlaamse Gemeenschap, Belgisch Staatsblad van 11 september 1999, p. 33984).Die beiden Zusammenarbeitsabkommen,
die Gegenstand der vier angefochtenen Zustimmungsnormen sind, bezwecken einerseits auf Seiten des Justizministers, « das Gesetz einzuhalten und anwenden zu lassen, Rückfälle zu vermeiden und die (Wieder)Eingliederung der Sexualtäter in die Gesellschaft zu fördern, gleichzeitig aber die Brandmarkung zu vermeiden » sowie andererseits auf Seiten des wallonischen Gesundheitsministers und auf Seiten der zuständigen Minister der Flämischen Gemeinschaft « das Wohlbefinden, die Gesundheit und die harmonische Entfaltung der Pers
...[+++]on zu fördern sowie zu vermeiden, dass dies beeinträchtigt wird » (Begründungen zum Abkommen mit der Wallonischen Region, Belgisches Staatsblatt vom 11. September 1999, S. 33998, und zum Abkommen mit der Flämischen Gemeinschaft, Belgisches Staatsblatt vom 11. September 1999, S. 33971).